Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Is iemand, besneden zijnde, geroepen, die late zich [33]geen [voorhuid] aantrekken; is iemand, [34]in de voorhuid zijnde, geroepen, die late zich niet besnijden. 33. Gelijk door de kunst van heelkunde geschieden kan. Zie 1Machab.1:16; Jozef.Antiq.lib.12,cap6. Namelijk als menende dat hij Gode daardoor te aangenamer zou zijn. 34. Dat is, onbesneden.